Onder alle lagen van het gedomesticeerde mens-zijn zit er een natuurlijk wezen dat schreeuwt om aandacht. Die schreeuw klinkt vaak als een auto-immuunziekte, een allergie, een hernia, een burn-out of een andere kwaal. De hardnekkigheid van lastige kwalen, maar ook van confronterende triggers, ligt als een sluier over al wat niet aangekeken wordt. Alle emoties en gevoelens die rationeel gezien geen bestaansrecht krijgen wegens te onlogisch, te destructief, te kwetsbaar, te lelijk of gewoonweg onaanvaardbaar, liggen diep in het onderbewuste te sudderen.
En na vele bochten en omwegen kom ik erop uit dat boosheid de wortel is van die woekerende plant die ‘chronisch leed’ heet. Bedolven onder dikke lagen verdriet zit er een ingehouden vuur. De vlammen likken al jaren aan mijn ingewanden, een deel van mezelf ging in as op. Een vuur dat ‘er niet hoort te zijn’. Een vuur dat steeds opnieuw aangewakkerd wordt door de luchtstroom van mijn gedachten. En eenmaal het laait, is er die aangeleerde schaamte en angst die zegt dat het vuur mijn donkere kanten belicht en gevaarlijk is. Snel weg ermee, voor iemand het ziet. Ik strooi er excuses overheen, gooi er enkele relativerende redeneringen tegenaan. Ik heb geleerd om mijn vuur in een doosje van mooi verwoorde argumenten te verpakken. Ik voel zelfs trots over de esthetiek en kundigheid van mijn verpakking.
Zo had ik jarenlang veel gedachten en woorden, zonder het vuur echt te voelen branden. Ik merkte de pijn van de schroeivlekken natuurlijk wel op en die werden het voornaamste focuspunt: symptomen voorkomen. Trachten te functioneren in een wereld die haaks op de mijne staat terwijl ik er alles aan deed om de schade van het innerlijk vuur te beperken. Het voelde als Sisyphusarbeid. Te midden van een onmenselijk ritme plande ik telkens tijd om te recupereren van handelingen die mij niets authentiek opbrachten. Uit angst die gefundeerd was op aangeleerde sociale conventies. Angst die van bij mijn geboorte, en waarschijnlijk zelfs daarvoor al, als een sluipend gif mijn vrije wil programmeerde.
Het geniale aan de donkere krachten in deze wereld is dat ze maar half werk moeten leveren, want de rest doen we zelf wel. Tal van extern gehanteerde overtuigingen, wetten, regels en voorschriften worden door veel mensen gewoon geïnternaliseerd. Een onnatuurlijke levensstijl met bijbehorende ideologie die door een systeem van bovenaf wordt voorgeschreven, wordt massaal geïmplementeerd. De controlerende organen van dat systeem worden bijgestaan door ‘burgers’ die zich de regels eigen hebben gemaakt en daarmee hun eigen authentieke richtlijnen hebben overschreven. Het verklikken of aangeven van wie de systeemregels overschrijdt, is daar een misselijkmakend voorbeeld van.
Ik ben mij bewust van de vervuiling die ik toegelaten heb in mijn puurheid. Van de verstoring en onderdrukking van mijn ware zelf, uit angst en overlevingsdrang. En ik vergeef mezelf daarvoor. Het openbaren, uitzuiveren en loslaten van destructieve overtuigingen die van nature niet bij mij horen, is een proces. Het is niet alleen een individueel proces, maar ook een collectief proces dat nu gaande is. De onnatuurlijke, gejaagde, op materie en ego gefixeerde westerse levensstijl wordt nu nog door tal van onbewuste systeemaanhangers verdedigd, maar loopt wel op z’n laatste benen.
Er is een kentering gaande en dat zorgt ervoor dat het contrast tussen ‘echt’ en ‘onzuiver’ helderder dan ooit is voor mij. En mijn kompas is en was altijd mijn gevoel en intuïtie. Het is wel zo dat ik dat kompas steeds beter ben gaan begrijpen. Mijn moeizame zoektocht van ups en downs leverde vooral helderheid op. En een nog fijner afgestelde gevoelswereld, iets dat mijn rationele zelf jarenlang als angstaanjagend beschouwde. Het gaat ook over het herwinnen van zelfvertrouwen: durven vertrouwen op de zuivere juistheid van wat er intuïtief en gevoelsmatig aangegeven wordt, zonder dat er een rationele ‘ja, maar’ op volgt.
‘Ja, maar dit gevoel kan ik niet uiten, want het zou anderen kunnen kwetsen.’
‘Ja, maar als ik mijn gevoel zou volgen, dan kan ik weerstand en consequenties verwachten.’
‘Ja, maar leven volgens mijn gevoel is niet praktisch haalbaar, financieel noch sociaal.’
Het zijn enkele voorbeelden van collectief ingebedde ‘ja, maars’ die niet eigen of authentiek zijn. Het zijn overtuigingen die als een beperkende koord rond de vrije wil zitten gewikkeld. En rond het natuurlijke zijn. Ik ben mezelf al jaren aan het bevrijden van het kluwen aan beperkende overtuigingen dat mijn ware zelf belemmert. Ik begrijp nu ook ineens waarom ik mezelf zo vaak gewikkeld in touw heb geschilderd. Via kunst, of dat nu schrijven, zingen, schilderen, dansen of spelen is, krijgt het onderbewuste een podium. In onze creatieve uitingen lezen we wat er onder de vele lagen van overlevingsstrategieën echt speelt.
Daarom vind ik het belangrijk om dat met anderen te delen. Ik kan en wil niet anders meer dan bij ontmoetingen spelen en samen creatief zijn. Ik wil alle ingehoudenheid en sluiers van oppervlakkigheid achterwege laten. In een sociale context kan ik geen urenlange mentale processen voeren zonder dat mijn lichaam grenzen aangeeft. Ik wil, moet zelfs, loskomen van ratio en verhalen en dieper zakken richting gevoel, anders voelt het leven voor mij als een opgave of een strijd. Dit is ook een maatstaf voor de bijeenkomsten die ik bijwoon of zelf organiseer: het praten en redeneren mag niet primeren boven het verbindend voelen, desnoods doorheen weerstand en angst. Maar natuurlijk steeds in zachtheid, met liefde en respect voor onszelf en elkaar.
Ik heb het gevoel dat deze tekst resoneert met de frequentie van de zogenoemde ‘nieuwe wereld’ die eraan komt en in feite de ‘oude’ of ‘oorspronkelijke wereld’ is. Er is immers niets nieuws aan onze ware natuur, ze is er altijd geweest. Soms bedolven onder vergeetachtigheid en allerlei systemische mechanismen. Dit is weer een tijd van herinneren en uitzuiveren.
De verontwaardiging en boosheid die ik zo lang heb getracht te relativeren is gegrond. Er is niets te ‘overgevoelig’, ziek of moeilijk aan mijn ware authentieke zelf, hoe hard deze soms ook lijkt af te steken in collectief aanvaarde contexten. In de ogen van oppervlakkigheid lijkt diepgang en gevoel een zwakte en het is aan mij om mezelf niet langer door die ogen te bekijken. De verbinding met andere zielen die zich herkennen in dit relaas, of mij hierin erkennen, voelt als heerlijk thuiskomen in een wereld die steeds groter wordt rond mij. Een zalige wereld waarin ik mezelf niet hoef in te perken om aanvaard en geliefd te zijn. En ik voel daarvoor zoveel dankbaarheid! Het geeft zoveel steun! En vanuit passie bouw ik graag mee aan dit netwerk van liefde, zodat steeds meer zielen dit thuiskomen kunnen voelen.
Dit is een schilderij dat ik maakte in 2010 getiteld 'Twisted & Turned', verwijzend naar de bochten waarin ik mezelf dacht te moeten wringen om te overleven in deze wereld vol rare kronkels.