Dit is een verhaal over de verhalen van deze wereld. De realiteit waarin ik mij lijk te bevinden, hangt aan elkaar van de verhalen. De meeste verhalen vertellen hetzelfde, maar gebruiken andere woorden. We zijn allemaal personages in een verhaal, verzonnen door onszelf en onze omgeving. Mensen vinden het een reden om zich op te winden wanneer hun een verhaal ter ore komt waar ze niet achter staan. Het zijn verhalen die oorlogen motiveren. Er heerst veel gehechtheid aan verhalen, alsof verhalen drijfhout zijn in de oneindige lege uitgestrektheid van het bestaan.
Om te kunnen bestaan als mens, lijken we verhalen nodig te hebben. We bevinden ons immers altijd in een context die kan benoemd en verklaard worden, wat automatisch een verhaal vormt. Zelfreflectie is een proces van zich bewust worden van wat voor verhaal er wordt gespeeld en nog belangrijker: wie de ‘ik’ is die het verhaal interpreteert. Diepgaande contemplatie over het ‘zelf’ dat verhalen verzint, mondt uit in de conclusie dat het verhaal ondergeschikt is aan de bewustzijnstoestand van de verteller of interpretator. En wie nog een stap verder gaat, kan besluiten dat ook het hoofdpersonage in ons eigen levensverhaal een illusie is.
Internet en sociale media zijn op niets anders gestoeld dan het uitwisselen en exploreren van verhalen. We schenken ons bewustzijn aan de oneindige verhalenstroom die op een scherm verschijnt. Via onze ogen, de zogenoemde spiegels van de ziel, glijdt aandacht en vrije wil in deze bodemloze verhalenput.
Soms liggen we wakker van verhalen over mensen die we niet kennen. We vormen een standpunt en mening over verhalen die zich letterlijk mijlenver van ons bed bevinden. We zouden voor ongevoelig kunnen doorgaan als we dat niet deden. Met voorgekauwde signalen van empathie, bijvoorbeeld in de vorm van een aangepaste profielfoto met slogan, wordt het leed van andermans verhalen erkend en moreel ondersteund. Er is ons geleerd om te huilen en juichen voor elkaars verhalen. Kortstondig echter, want er staat altijd een ander verhaal dat aandacht ‘verdient’ klaar in de rij.
Het inzicht dat het zinloos en uitputtend is om externe of collectieve verhalen te proberen te veranderen en dat het in de eerste plaats constructiever is om zich te richten op een verrijkende transformatie van het individuele verhaal, is ook een mijlpaal in het proces van zelfontwikkeling en -reflectie. Dit gaat vaak samen met het besef dat de externe verhalen die we opvangen en interpreteren ons eigen verhaal op één of andere manier reflecteren. Want wat een verhaal met ons doet, vertelt uiteraard iets over onszelf. Aan de hand van hoe we reageren op verhalen krijgen we een inkijk in onze mechanismen. Weinig mensen lijken echter bereid om hier dieper op in te gaan. In onze samenleving ligt er een veel grotere focus op de inhoud van verhalen dan op de inhoud of aard van het bewustzijn dat die verhalen interpreteert. Er heerst een hardnekkige afleiding die ons collectief in z’n greep houdt. Althans volgens mijn verhaal.
Omdat mijn personage in dit levensverhaal zoekend blijkt te zijn, gaat mijn interesse uit naar het Verhaal achter alle verhalen, ook wel de waarheid genoemd. Het definiëren en ontmantelen van wat waarheid is, of zou kunnen zijn, is een queeste die een aanzienlijk deel van mijn verhaal beschrijft. Ik speel de grotendeels onzichtbare rol van een realiteitsonderzoeker; iemand die niet omheen de leemtes van het niet-weten kan leven.
Het is voornamelijk ongemak, in diverse vormen, kleuren en maten, dat een mens uiteindelijk motiveert om achter de sluiers van gewoonte en veronderstelling te kijken. Afhankelijk van de aard van het interpreterende bewustzijn, kan het duister een brenger van helderheid zijn. Het verwerven van inzichten en het daaropvolgende gevoel van een iets meer verruimd bewustzijn, kan enthousiasme en zelfs euforie opwekken. Er worden bijeenkomsten georganiseerd voor mensen die dit ervaren, waar dan een veld met een ‘hoge frequentie’ wordt gecreëerd. Ze hopen hiermee niet alleen zichzelf maar ook hun omgeving te ‘helen’.
En ja, ik spreek uit ervaring, het voelt goed om omringd te zijn door gelijkgestemden en samen te vieren wat we met vallen en opstaan weer hebben kunnen (mogen?) herinneren. Het voelt als een opluchting om anderen te ontmoeten die vanuit een herkenbare helderheid communiceren, of alleszins die intentie hebben. Maar het neemt niet weg dat ik mezelf nog steeds identificeer met een verhaal. Een verhaal dat nu veel beter lijkt te passen bij wat voor mij als authentiek voelt, maar uiteindelijk toch ook weer zijn beperkingen prijsgeeft.
Kan ik niet ‘gewoon tevreden’ zijn met wat zich voordoet? Is het dan nooit ‘goed genoeg’? Ik voel een onrust die uit verhalen wil breken, maar geen idee heeft wat het alternatief (of origineel) dan juist inhoudt. Vanuit dit beperkt menselijke perspectief kan ik mij niet voorstellen hoe een bestaan zonder verhalen eruitziet. Er zou dan ook niets te zien of ervaren zijn. Het absolute niets kennen we enkel als concept. Een iets minder extreem idee dan een bestaan zonder verhalen is het zich onthechten van verhalen, of zonder weerstand of oordeel het verhaal ‘spelen’. Ervaren zonder de ervaring toe te eigenen. Een personage spelen zonder het personage te ‘zijn’. Ik heb een bibliotheekkast vol boeken die vertellen hoe je zo’n meditatieve bewustzijnstoestand kan bereiken. Ik heb glimpen mogen opvangen van zo’n toestand, maar op momenten dat ik er het meest nood aan heb, blijft het eveneens bij een concept.
Ik zou kunnen stellen dat ik gewoon wat meer mijn best moet doen als ik mezelf wil verlossen van mezelf. Beter worden in mediteren en observeren zonder te reageren. Nog meer de ‘stilte in mezelf’ opzoeken. Oefenen, leren, bijsturen and repeat. Tot ik bij een vredige versie van mezelf uitkom? Tot er een verhaal gecreëerd is met een van het verhaal onthecht personage? Wel, ik heb het gevoel dat ik het gehad heb met het nastreven van zulk verhaal. De vraag is dan weer: welk verhaal komt ervoor in de plaats? De focus op het doorzien van verhalen is ook niet meer dan een verhaal dat mij afleidt van iets essentieels. Wat die essentie dan juist is, is het onderwerp van vele verschillende spirituele verhalen. Zo blijven we ter plaatse trappelen.
Ik voel vaak weerstand tegen de vorm en toestand waarin ik mij schijnbaar bevind. Ik zeg bewust ‘schijnbaar’ omdat niets zeker is, zelfs niet mijn eigen bestaan. Vanuit die fundamentele bestaansonzekerheid zijn we als mens genoodzaakt om verhalen te verzinnen. En zolang iets een verhaal is, is het geen waarheid. Absolute waarheid vindt geen bodem noch zuurstof in een duale realiteit. Van het moment dat iets bestaat, is het niet langer absoluut waar. In de dualiteit kan bewustzijn enkel onwaarheden beleven en belichamen.
Het enige constante en waarachtige in de immer transformerende verhalenstroom is het bewustzijn zelf dat dit alles verzint en ervaart. Ik zou mijn leven tot nog toe kunnen omschrijven als een exploratie van bewustzijn in een werkomgeving die niet stabiel of betrouwbaar is. Het is een vorm van zelfonderzoek zonder dat ‘zelf’ te kunnen zien of aanraken. De ware Zelf ligt bedolven onder geconstrueerde illusies. Het bevrijden van die Zelf vraagt geen actie, noch een verhaal. Maar om een specifieke perceptie.
Hier sprekend vanuit deze menselijke vorm kom ik niet verder dan mentale cirkeltjes en verstrik ik mezelf in paradoxen. Een onmiskenbare paradox die deze tekst belichaamt, is dat mijn pleidooi voor het loslaten van verhalen enkel verpakt als een verhaal kan verschijnen. Dat waarover ik wil spreken laat zich niet vatten als één absoluut geheel, enkel als een mogelijkheid die zich te grabbel gooit voor oordeel. Alles wat groots is, wordt door de artificiële wetten van deze wereld klein en onzichtbaar gemaakt. En wat niet van essentieel belang is, wordt als afleiding in het gezicht geduwd.
Wie aan diepgaand Zelfonderzoek doet, botst gegarandeerd op muren. En wanneer de ene muur gesloopt is, verschijnt er daarna een andere. Misschien bestaat het doorbreken van dit patroon van eindeloos opdoemende muren uit de absolute overtuiging dat er in feite geen muur is? En in afwachting van die verlichte bewustzijnstoestand zou ik het slopen kunnen staken en overgaan tot het bewust observeren en ervaren van de beperking, waarvan ik weet dat die er niet is. Ik ‘wacht’ dan als het ware op de inzichten en perceptie (verworven uit ervaring) die ik nodig acht om doorheen barrières te kijken en mijn bestaan te verruimen.
Met ‘wachten’ refereer ik niet aan een passieve toestand, maar aan het integer spelen van een levensverhaal terwijl ik oefen in liefdevolle onthechting. Anderzijds wil ik dit leven natuurlijk liever niet tot ‘oefen-‘ of ‘wachttijd’ reduceren. Het wachten op ‘iets beters’, wat veel religies prediken, is al lang achterhaald. Dus dan toch maar terug aan het slopen gaan, in de hoop dat de muur waar ik druk op zet de laatste is die naar ‘buiten’ leidt. Het ‘buiten’ dat in deze omgekeerde wereld ook het ware ‘binnen’ kan genoemd worden.
Het is een gok of ik mij het slopen van zoveel muren niet ga beklagen. Net als iedereen heb ik nergens zekerheid over, ik kan alleen iets enten op de dingen die ik besluit te geloven. Ik heb voor mezelf besloten dat ik niets weet en aan alles dat los zit zal rammelen. Mijn geest vindt geen berusting in de versluierde of ommuurde wereld en kan zich niet ontdoen van de nieuwsgierigheid naar wat erachter zit.
Het idee herkenning te vinden bij een minderheid ‘murenslopers’ motiveerde me om deze, en andere teksten van mij, openbaar te delen. Ik hoef deze (h)erkenning zelfs niet bevestigd te zien, alleen al het ‘weten’ dat de processen waarover ik spreek deel uitmaken van iets dat mijn persoonlijke ervaringsveld overstijgt, is voldoende. Ik voel zelf wat voor een impact de zorgvuldig neergepende woorden van andere auteurs op mijn onderzoeksproces hebben. Hoe herkenning vinden in de existentiële bevindingen van anderen tot meer zelfvertrouwen en focus kan leiden. Het stabiliseert enigszins het eigen fundament dat zich aan weinig betrouwbaar kan toetsen. Maar de moraal van dit verhaal is en blijft wel: of je nu herkenning vindt in deze woorden of niet, het blijft ‘slechts’ een verhaal dat zich nooit zal kunnen loskoppelen van de duale driedimensionale wereld die als slijk over de onuitspreekbare waarheid ligt.
Karolien Deman
Foto door Lieven Herreman