Chapat 2025

De week voordien hadden de twijfels weer de kop opgestoken, want het voelde alsof mijn ingewanden uit elkaar aan het vallen waren en alle levenslust het afvoerputje inging. Maar een motiverend en geruststellend telefoontje (er zou daar voor mij gezorgd worden) deed mijn enthousiasme toch weer oplaaien: ik ging drie dagen naar Chapat, een sjamanistisch festival in Nederland!

Dus verliet ik mijn comfortzone en belandde, na een rit van twee uur, in een krachtig veld van levensbewustzijn. Levensbewustzijn is een woord dat mij hier nu ter plekke te binnen schiet, omdat de gemeenschappelijke factor van alle aanwezigen volgens mij bestaat uit een bewuste geest die existentiële vragen stelt, of gesteld heeft. Het zijn ongetwijfeld ook meesters in het doorploeteren van persoonlijke duisternis die elkaar daar ontmoeten. Mensen met enig besef van wat zich onder de materiële laag bevindt, achter de schermen van het zicht- en tastbare. Mensen bij wie spiritualiteit een natuurlijk deel uitmaakt van de levenservaring. Niet als hobby of stijl — spiritualiteit is immers geen kostuum dat je aantrekt — maar als zelfbewustzijn in de manier waarop het leven wordt ervaren.

Chapat is in mijn ogen een feest ter ere van de oerkracht achter alle verschijnselen. Blootvoets gedragen door Moeder Aarde verbinden we ons met die kracht door elkaar te ontmoeten, samen te spelen, samen vibraties te creëren. Het innerlijk kind komt naar buiten en verandert pulserend in een oude wijze sjamaan, en dan weer terug in een kind. In de grote drums, die het hart van het terrein vormen, weerklinkt het levensritme: golvend, van hard naar zacht, van rustig naar extatisch. Bij aanvang van het festival worden al onze intenties gebundeld in water en vuur. Een lemniscaat van bloemen wikkelt zich als een slang eromheen. Mijn intentie bestond uit het gevoel volledig vrij mezelf te kunnen zijn — bewegen, handelen, spreken, dansen en zingen zoals ik dat deed wanneer ik alleen was, zonder rekening te houden met de blik of het perspectief van een ander.

Zoals ik had verwacht, sliep ik de eerste nacht amper. De indrukken en energieën suisden door mijn hoofd en lichaam. Ik was enthousiast, want ik voelde me thuis tussen gelijkgestemden. Ik voelde me gedragen en opgetild door het collectieve veld dat daar werd gecreëerd. Anders dan ‘normaal’ deerde het slaaptekort mij helemaal niet. Ook al mijn kwalen en de angsten daarover waren plots verdwenen. Ik voelde de vrijheid die buiten mijn beperkende overlevingsstrategieën lag. Mijn hooggevoeligheid plooide zich in alle veiligheid naar buiten, als een grote felgekleurde bloem die uitreikt naar de wereld rondom haar. Hier was diep en veel voelen een verrijkende ervaring, geen uitputtingsslag zoals ik gewend was.

Het aanbod aan workshops, standjes, ervaringen en contacten was zo uitgebreid dat drie dagen veel te kort aanvoelden om dit alles te exploreren. Het was dus kiezen, soms met een gevoel van fear of missing out. Zo bevond ik mij in een workshop over de wijsheid van schelpen, terwijl ik op de achtergrond de grote drums los hoorde gaan. Het geluid van die drums had een magnetisch effect op mij; ze wekten oude herinneringen in mijn cellen. De rauwe oerkracht in mijn wezen wilde eruit springen en drummen, zingen en brullen. Maar de schelpen — en de slakken die er ooit in huisden — herinnerden mij aan de diepgang van traagheid, of schijnbare stilstand. Dus bleef ik bij de schelpen en ontving, voor mijn beheersing en geduld, verschillende inzichten die spiraalvormig bleven uitdeinen in mijn gedachten.

En dan was er die zeemzoete mantracirkel waarin ik de juiste toon niet leek te vinden om te zingen. Er borrelde al langer iets in mijn energieveld, als lava die een uitweg zocht. Emoties die op barsten stonden en mijn binnenkant verschroeiden. Bij het zingen van mantra’s kon ik meestal wel emoties de vrije loop laten, maar dit was anders. Er was oude boosheid, het vuur van pure woede zelfs, dat een uitweg zocht en me uiteindelijk bij de drums bracht. Eenmaal deze lading begon te stromen, was er geen stoppen meer aan. Ik kon zelfs het geduld niet opbrengen om te wachten tot de energie van de mantracirkel volledig was neergedaald — het vuur was gewoon niet te stoppen. Voor ik het wist, hoorde ik mezelf zingen en brullen in lichttaal terwijl ik het vel van mijn vingers drumde. Omringd, gesteund en versterkt door de energie van zielsgenoten. Wat ik daar de vrije loop liet, was niet van mij alleen. Het was een energetische aderlating van het collectieve veld. En van mijn voorouders. Ik voelde dat ik kon blijven stromen — voelde nog lang geen bodem aan dit gebeuren. Uiteindelijk werd ik liefdevol geholpen om weer zacht te landen en belandde ik, huilend en lachend tegelijk, op het gras. Met mijn ogen dicht bleef ik nog even nagenieten van zachte strelingen in een bedding van onvoorwaardelijke liefde.

Na dat moment voelde ik dat er iets verschoven was. Er was iets losgekomen. Het voelde alsof ik een beperkend stuk van mezelf had afgeworpen. Iets dat als een harde schil rond mij had gezeten, uit zelfbescherming. Het was een beperking geweest waarmee ik mezelf zo lang had ingehouden. Alle onmacht en frustratie werd ontketend. Ik bevrijdde alle woorden die mijn voorouders nooit hadden durven uitspreken, alle tranen die voorheen niet mochten vloeien, elke schreeuw die in hun keel was blijven steken.

Het bad van liefde waarin deze uitbarsting daarna werd ontvangen, heelde een oude wond. Mijn systeem begreep dat het veilig was om onbeschaamd en luid te zijn. Dat er geen pijnlijke gevolgen waren aan deze uitbarsting — integendeel zelfs. Ik besefte dat ik zo lang door de ogen van afkeuring en zelftwijfel had gekeken. De blik van een ander kon mij aan het wankelen brengen, maar hier was elke blik een spiegel die mij toelachte. Ik nam me voor om mezelf niet meer te bekijken vanuit een perspectief dat niet met mij resoneert. Ik zou me de afkeuring, zelftwijfel en het oordeel van anderen niet langer toe-eigenen.

Chapat gaf mij een gevoel van thuiskomen. Een plek waar ik energetisch kon opladen en mezelf ontdekken. Ik had er tal van diepgaande, zelfs transformerende gesprekken — uitwisselingen die nog lang zullen blijven nazinderen en een houvast betekenen in dit leven op aarde. Een basis om op terug te vallen, op momenten dat de donkere zwaarte zich weer aandient. Ik heb ontzettend veel aan het idee dat ik deel uitmaak van een liefdevolle zielsfamilie of tribe. Stuk voor stuk moedige zielen die het aardse avontuur vol overgave zijn aangegaan en elkaar daarin ondersteunen. En op momenten dat we elkaar niet zien of horen, weet ik dat ik sowieso met hen verbonden ben via het mycelium van lichtrijke liefde dat in de ether hangt.

Op het moment van dit schrijven is het exact een week geleden dat ik naar Chapat vertrok. Ik voel me nog steeds opgeladen, vurig en zo krachtig als een godin. De kunst is nu om deze magische ervaring praktisch te integreren in mijn dagelijks leven. Om de inzichten te belichamen en niet weer routineus in oude patronen te vervallen. Fysieke kwaaltjes sluipen ondertussen al op kousenvoeten weer naar binnen. Natuurlijk had ik niet gedacht ‘genezen’ te zijn — ik weet ondertussen al langer dat wat ik een ‘probleem’ noem, iets zeer gelaagd en ouds is. Het is iets dat ik dien te doorleven. Iets dat mijn ziel wil ervaren, welk oordeel mijn geest er ook over mag hebben.

Lieve organisatoren, medewerkers, standhouders en deelnemers van Chapat: ik ben jullie zo dankbaar voor het manifesteren van dit verbindende veld. Voordat we hier afdaalden en onze mensenvorm aannamen, lag deze ontmoeting al te schitteren in ons verschiet. Het is een cadeau voor onszelf, het collectieve veld en de aarde. Dit is lichtwerk dat werkelijk bergen verzet. Ik tel al af naar de volgende editie. Aho!

https://www.chapatsjamanistischfestival.com/