Het leven is er louter om te ervaren, toch wou ik het ook altijd begrijpen. Het niet willen weten of een gebrek aan nieuwsgierigheid naar wat we ‘de zin van het leven’ noemen, heb ik altijd merkwaardig gevonden. Want er is toch niets vanzelfsprekend of ‘doodgewoon’ aan een menselijke ervaring? Bewustzijn dat zichzelf een ‘ik’ noemt te midden van ontelbaar veel andere ‘ikken’ in een levend decor dat zichzelf steeds opnieuw herstelt en heruitvindt. Dat is toch pure magie? Een sprookje waarin we zodanig opgaan dat we niets anders meer voor mogelijk achten. We zijn de levenservaring ‘normaal’ gaan vinden. Hoe komt het dat we er zo massaal van overtuigd zijn dat er geen antwoorden op existentiële vragen zijn? Wie heeft ons dat wijsgemaakt? Vanwaar komt de minachting voor het spirituele en die starre blik op alles dat solide en ‘meetbaar’ is?
Een arrogantie die stelt dat er niets anders bestaat dan wat fysiek waarneem- en meetbaar is, wil doorgaan voor ‘wetenschap’. Alsof er geen ander ‘weten’ kan zijn die de grenzen van het menselijk perceptievermogen overstijgt. Dankzij diezelfde wetenschap weten we dat een gloeilamp 50 maal per seconde aan en uit gaat en dat we niet in staat zijn om dat waar te nemen. Onze hersenen reageren daar namelijk te traag voor. Dit is slechts één voorbeeld dat aantoont dat ons cognitief vermogen begrensd is. Waarom zou er buiten die grenzen niets anders kunnen bestaan? Het is daarnaast toch zeer onwaarschijnlijk dat er niets bestaat dat niet meetbaar is?
Ons brein waarmee we praktisch, rationeel en logisch kunnen denken, is een verdomd handig en vernuftig instrument. Maar hier stopt het niet. We zijn en kunnen als mens nog veel meer. Is dat niet iets om enthousiast van te worden? Daar waar de ratio stopt, begint de gevoelswereld en intuïtie. Daar waar het lichaam eindigt, begint het energetisch veld. Ik druk dit nu zeer dualistisch uit, maar in wezen lopen ze in elkaar over. Ze vullen elkaar aan, zoals het oude yin-yang symbool vereenvoudigd weergeeft. We leven maar half als we de energetische gevoelswereld onderschatten, misprijzen of ontkennen. Ik spreek uit ervaring.
Gedreven door een verlangen om te ‘begrijpen’ en te ‘weten’, botste ik op de grenzen van mijn denken. Zo wist ik bijvoorbeeld, na een intens leerproces van (her)vallen en weer opstaan, heel zeker dat mijn onbewust geprogrammeerde angst om te voelen mede aan de oorzaak van mijn spijsverteringsproblematiek lag. Om redenen die ooit functioneel en veilig moeten hebben geleken, heb ik mezelf afgesneden van mijn buikgevoel. Weten dat dit zo is, staat niet gelijk aan het genezen van deze kwaal. Iets te weten komen, is in feite nog het ‘gemakkelijke’ deel van het leerproces. Het belichamen of beleven van dat weten is next level.
Mijn spiritueel ontwikkelingsproces beweegt zich in verschillende richtingen. Om mezelf en het leven te leren kennen, moet ik naar binnen keren. Maar tegelijk observeer ik mezelf en het leven ook vanuit externe standpunten en probeer ik sterk uit te zoomen, om het grotere plaatje te kunnen overzien. Daarbij heb ik altijd veel ruimte gelaten voor (zelf)kritiek en twijfel. Ruimte die gestaag ingevuld werd door zelfvertrouwen en een fundamenteel oeroud ‘her-inneren’. Want op een gegeven moment dient er gewoon een standpunt of authentiek perspectief te worden ingenomen. Om naar te handelen, spreken en leven. Het gaat om durven ‘iemand’ te zijn. Om achter een persoonlijk kloppende waarheid te staan.
De dimensies van mijn zelf- en wereldbeeld zijn niet langer te overzien, laat staan uit te spreken. Het grotere plaatje past zelfs nog niet voor een kwart in wat conventioneel aangenomen lijkt te worden. Het is zo wijd vertakt en gelaagd. Er zijn ettelijke diepgaande processen vooraf gegaan aan de creatie van mijn realiteit. En er is geen weg meer terug. Het beeld van wie ik ben in dit leven, is gestoeld op logica die gevoel volgt. Het beeld dat ik heb van de wereld rondom mij evenzeer. Het ontmoeten van mensen die door gelijkaardige processen zijn gegaan, is een verademing.
Kleinschalige bijeenkomsten van gelijkgestemde bewuste zielen zijn een zegen in deze wereld. Ik prijs mezelf ontzettend gelukkig om met enige regelmaat te kunnen proeven van het diepgaand en spiritueel verbinden met anderen. Ik meen zelfs hiervoor te leven. Terwijl ik er voorheen van overtuigd was dat het energetisch leeglopen tijdens sociale aangelegenheden onvermijdelijk was, merk ik nu hoe voedend en opladend het kan zijn. Dagenlang na zo’n ontmoeting loop ik vrolijk na te genieten met een trillingsfrequentie van hier tot aan de sterren.
Tijdens zo’n bijeenkomst hoeft er niet uitgesproken te worden wat we weten, geleerd of herinnerd hebben. Ongeacht de aard van de woestenij die we elk afzonderlijk hebben doorploegd, zijn we allemaal op hetzelfde punt uitgekomen. Praatjes en verhaaltjes des levens worden overgeslagen zodat we direct naar de kern kunnen gaan. We weten wie we in essentie zijn en willen niets liever dan thuiskomen in een morfogenetisch veld van licht en liefde. We herkennen de thuishaven in elkaar die we lang als een knagend onbestemd gemis hebben ervaren.
Tal van vanzelfsprekendheden waar we in de ‘conventionele wereld’ naar verlangen, delen we dan met elkaar. Zoals het samen genieten van zuivere biologische voeding, zonder te moeten wijzen op intoleranties of gevoeligheden. Het in alle veiligheid durven uitspreken en uiten van gevoelens, zonder de angst om veroordeeld te worden. Het kunnen spelen als kinderen die geen notie hebben van tijd en helemaal opgaan in de wereld die ze zo graag voor zichzelf en anderen scheppen. Een wereld van liefdevolle puurheid, waar er eerbied en ontzag voor de schoonheid van Moeder Natuur heerst. Door het uitwisselen en samen creëren van zoveel liefde ontstaat er een baken van licht dat zich verder doorheen de ether verspreidt. Het is energie waar we dan niet alleen onszelf, maar het hele collectieve veld mee voeden.
Als gevoelige zielen met een oneindig zelf- en wereldbeeld met elkaar verbinden, dan ontstaat er magie. Gelijkgestemde zielen die het grotere plaatje zien, zijn in staat om portalen te openen. Men deelt dan het weten dat elke overtuiging zowel een beperking als kracht kan zijn. Dat alles mogelijk is. En dat er geen ‘juist’ of ‘fout’ is. Dat we elkaar kunnen ontmoeten als ploeterende zoekende mensen, maar evenzeer als goddelijke lichtwezens. En dat we onze armen zullen openen voor beide.